Abstract
Affluence easily veils failure and cripples creativity. In the eighteenth century, the Dutch Republic probably enjoyed the world's highest national per capita income. The Republic was the first state to ascend beyond the modest pre-industrial income levels, interestingly enough without itself industrializing. Yet, economically the Republic stagnated visibly. Ships on the international routes increasingly passed Amsterdam by and trade — the old foundation of prosperity — declined in the midst of a general revival of North and West European commerce. The stagnation affected all walks of economic life and created a feeling of resignation that baffled many attempts at redress.1 The fascination with the fate of the Dutch Republic in the eighteenth century arises in part from this juxtaposition of affluence and decay. Did structural change cause the decline of Dutch trade or was it precisely the want of structural adjustments that became fatal? There is a great deal of confusion in Dutch historiography on this issue. Johan de Vries — to start with the Nestor among the historians of the Dutch decline — speaks of ‘structural alterations in the trade’ that ultimately undermined the position
This article is a revised and extended version of a contribution entitled ‘Structuur en mededinging in de handel van de Republiek op de Oostzee in de achttiende eeuw’, Verstuivingen in de economische en sociale geschiedenis (Opstellen aangeboden aan prof.dr. J.H. van Stuijvenberg ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar in de economische geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam) (Leyden 1984) 79-90. The diagrams were drawn by Martin van Wouw, Amsterdam.
This article is a revised and extended version of a contribution entitled ‘Structuur en mededinging in de handel van de Republiek op de Oostzee in de achttiende eeuw’, Verstuivingen in de economische en sociale geschiedenis (Opstellen aangeboden aan prof.dr. J.H. van Stuijvenberg ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar in de economische geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam) (Leyden 1984) 79-90. The diagrams were drawn by Martin van Wouw, Amsterdam.
Notes
This article is a revised and extended version of a contribution entitled ‘Structuur en mededinging in de handel van de Republiek op de Oostzee in de achttiende eeuw’, Verstuivingen in de economische en sociale geschiedenis (Opstellen aangeboden aan prof.dr. J.H. van Stuijvenberg ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar in de economische geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam) (Leyden 1984) 79-90. The diagrams were drawn by Martin van Wouw, Amsterdam.