Summary
19 cases of parietal ectasy of the heart have been studied; among them, 12 cases were checked at post-mortem examinations. Pathogeny of parietal ectasy is mainly coronarial (18 cases out of 19). Ectasy takes place by progressive distention of the infarct under the influence of intraventricular pressure. All intermediate stages exist between true myomalacy and parietal aneurysm. Means of diagnosis are discussed. The clinical examination is not very interesting. The radiological aspect, often pathognomonic is sometimes confusing. The ECG often provides valuable elements of presumption.
Resume
Dix-neuf cas d’ectasie pariétale du cœur ont été étudiés, parmi lesquels 12 cas vérifiés à l’autopsie. La pathogénie de l’ectasie pariétale est essentiellement coronarienne (18 cas sur 19). L’ectasie s’installe par la distension progressive de la zone myocardique infarcie sous l’influence de la pression intraventri- culaire. Tous les intermédiaires existent entre la myomalacie et l’anévrysme pariétal caractérisé. Les moyens de diagnostic sont discutés. La clinique est d’un intérêt minime. L’aspect radiologique, souvent pathognomonique, est parfois confus. L’électrocardiogramme fournit souvent des éléments de présomption précieux.
Samenvatting
Negentien gevallen van hartwandectasiёn, waarvan 12 gevallen autoptisch nagekeken werden. Pathogenie van de wandectasie is vooral coronair (18 ou 19 gevallen). De ectasie ontstaat door progressieve uitzetting van de geische- mieerde myocardzone door de intraventriculaire druk. Alle tussenvormen worden gevonden van de myomalacie tot het uitgesproken parietaal aneurysma. De diagnostische middelen worden besproken. De kliniek is van weinig belang. Het radiologisch uitzicht, dikwijls pathognomonisch, is soms onduidelijk. Het E.C.G. geeft soms belangrijke aanduidingen.