Un Cas de Myelome A Cryoclobuline: Etude critique, chimique et physiologique

Summary

A case of myelomed of which blood contains 53 gr % of cryoglobulin is described. The authors stress the characteristic clinical signs of this disease : acrocyanose, sensitivity to cold, alteration of the fundus.

These symptoms are due to the presence in blood of an abnormal protein. This induces an important rise of the plasma viscosity at 37°, which still increases when the temperature decreases. This cryoglobulin slows the circulation in peripherical cutaneous territories affected by variations of temperature. A study of the plasma viscosity has been made at different temperatures. Some aspects of this solubility of cryoglobulin have been discussed. Hemodynamic observations suggest that circulation in deep territories is practically normal.

Resume

Un cas de myélome dont le sang renferme 53 gr 0/00 de cryoglobuline est décrit. Les auteurs insistent sur les signes cliniques caractéristiques de cette maladie : acrocyanose, sensibilité au froid, altérations du fond d’œil.

Cette symptomatologie est due à la présence dans le sang d’une protéine anormale; celle-ci détermine une augmentation notable de la viscosité du plasma à 37° qui croît encore lorsque la température s’abaisse. Cette cryoglobuline est capable de ralentir la circulation au niveau de territoires cutanés périphériques soumis à des variations de température. Une étude de la viscosité du plasma a été faite à différentes températures. Certains aspects de la solubilité de la cryoglobuline ont été envisagés. Les observations hémodynamiques suggèrent que la circulation dans les territoires profonds est sensiblement normale.

Samenvatting

Een geval van myeloom waarbij het bloed 53 g 0/00 cryoglobuline bevat wordt beschreven. De auteurs dringen aan op de kenmerkende klinische teke- nen van deze ziekte : acrocyanose, gevoeligheid voor koude, veranderingen in oogfundus.

Deze symptomatologie is te wijten aan de aanwezigheid in het bloed van een abnormale proteine; deze veroorzaakt een aanzienlijke verhoging van de viscositeit van het plasma op 37^°, die nog stijgt als de temperatuur daalt. Deze cryoglobuline is in staat de circulatie te vertragen ter hoogte van de periphere huidgehieden onderhevig aan temperatuurschommelingen. Een Studie van viscositeit van het plasma is gedaan geweest bij verschillende temperaturen. Zekere aspecten van de oplosbaarheid van de cryoglobuline werden nagekeken. De haemodynamische observaties suggereren dat de circulatie in de diepe gebieden normaal is.