Anemies Apres Gastrectomie Subtotale

Summary

1. In a series of 659 patients followed up from one to ten years after a subtotal gastrectomy for ulcer, cancer, tumor of connective tissue or polyp, an anemia (Hb < 12 g/100 ml) appeared in 17 % of the cases. The mean hemoglobin values were 14,1 g for men, 12,5 g for women, or about 2 g lower than the values observed in a normal population. The anemia was hypochromic in 15 % of the cases, megaloblastic in 2 %.

2. Hypochromic anemias are due to several factors :

a) The role of gastric achlorhydria is of little importance : 135 achlorhydric patients had a mean hemoglobin value of 13,1 g, 23 % were anemic; 74 chlorhydric patients had a mean hemoglobin value of 13,7 g : 14 % were anemic.

b) A postoperative protein deficiency reduces simultaneously the hemoglobin and serum albumin levels. In 122 cases studied, a positive correlation was observed between hemoglobin and serum protein and albumin values.

c) The preoperative hemoglobin level. Patients predisposed to anemia before gastric resection keep the same tendency after the operation.

d) The postoperative hemoglobin level. Anemia is much more frequent in patients with a low postoperative hemoglobin. After subtotal gastrectomy factors a-c interfere with the normal hemoglobin synthesis. It is therefore important that all blood deficiencies occuring before and during surgery be perfectly corrected.

3. The few cases (14) of megaloblastic anemia encountered in partially gastrectomized patients are not a consequence of the gastric resection. Most of them are seen in patients operated on for cancer (6 cases or 4,1 %) or polyp (7 cases or 35,0 %) : in these cases, the disease is already present before the gastrectomy. Some very rare cases (1 or 0,2 %) appear after resection for peptic ulcer; their frequency being identical to the percentages observed in a normal population, it must be concluded that their appearance is a pure coincidence.

Resume

1. Dans une population de malades opérés de gastrectomie subtotale, 17 % des sujets présentent une anémie franche (Hb < 12 gl/100 ml). Les valeurs moyennes d’hémoglobine sont d’environ 2 g au-dessous des valeurs normales.

2. L’abaissement des valeurs moyennes d’hémoglobine et les anémies hypochromes résultent de l’action combinée de plusieurs facteurs :

a) L’achlorhydrie gastrique. Elle joue tout au plus un rôle favorisant.

b) Un état de carence protidique. Il entraîne une réduction simultanée de l’hémoglobine et des albumines plasmatiques.

c) Le taux d’hémoglobine préopératoire. Les malades qui présentent avant l’intervention une prédisposition à l’anémie gardent cette caractéristique après la résection gastrique.

d) Le taux d’hémoglobine postopératoire. Chez les malades opérés de gastrectomie, la synthèse de l’hémoglobine est troublée par les facteurs énumérés ci-dessus. Il faut donc corriger le plus exactement possible, pendant et après l’intervention, tous les déficits sanguins, pour éviter à l’opéré tout effort d’hématopoïèse.

3. Les anémies mégaloblastiques, rarement observées après gastrectomie subtotale, ne sont pas la conséquence de l’intervention chirurgicale. La majorité des cas s’observe après gastrectomie pour cancer ou polype; chez ces malades, l’affection est déjà présente avant la résection gastrique. Les rares cas qui apparaissent après gastrectomie pour ulcère sont une simple coïncidence : leur fréquence est identique à celle qu’on observe dans une population normale de sujets non gastrectomisés.

Samenvatting

1. In een populatie van patienten die een subtotale gastrectomie hadden ondergaan, vertonen ongeveer 17 % van de gevallen een duidelijke anemie (Hb < 12 g/100 ml).

De gemiddelde hemoglobinewaarden zijn ongeveer 2 g beneden de normale waarden.

2. De vermindering van het gemiddelde hemoglobinegehalte en de hypochrome anemie kennen verschillende oorzaken :

a) De maagachlorhydrie : zij speelt hoogstens een favoriserende rol.

b) Protidengebrek : dit veroorzaakt terzelvertijd een vermindering van het hemoglobine en van het plasma-albumine.

e) Het hemoglobinegehalte vóór de operatie. De patienten die vóór de operatie een neiging tot anemie vertonen, behouden deze neiging nà de maagresectie.

d) Het hemoglobinegehalte nà de operatie. Bij de gegastrectomiseerde patienten is de hemoglobinesynthese gestoord door hogergenoemde factoren. Men moet dus vóór en nà de operatie zo goed mogelijk elk bloeddeficiet corrigeren om de geopereerde iedere extra-belasting van de hematopoiese te besparen.

3. De megaloblastenanemie die zelden waargenomen wordt nà subtotale gastrectomie is niet het gevolg van de chirurgische ingrepen. Men treft ze meest aan, nà gastrectomie wegens kanker, of poliep. De zeldzame gevallen die zich nà de gastrectomie voor ulcus voordoen, zijn louter toeval : hun frekwentie is dezelfde als bij een normale populatie van niet gegastrectomiseerde personen.