Utilite De La γ Glutamyl Transpeptidase De La 5’Nucleotidase Et Des Isozymes De La Phosphatase Alcaline Pour Le Diagnostic Differentiel Des Affectations Hepatiques

Summary

The use of the determination of the gamma-glutamyl-transpeptidase (GT), the 5’nucleotidase and of the isoenzymes of the alkaline phosphatase for the differential diagnoses of liver disease is discussed.

It is concluded that the GT is a useful test to diagnose diseases of liver, common bile duct or pancreas, but without distinction between these illnessess. An affection of these organs is not very probable if the GT is normal, it is very probable if the level of activity exceeds 500 units. In cancer patients without jaundice, a normal level of this enzyme suggests the absence of metastases of the liver. The enzymatic activity is normal in case of bone affection but can be elevated in case of some neurological diseases and 3 to 4 days after the beginning of a myocardial infarction.

An abnormally elevated 5’nucleotidase accompanied with an elevated alkaline phosphatase suggests strongly the presence of an hepatobiliary damage, except when the alkaline phosphatase is very elevated, which may cause an “apparent” increase of the 5’nucleotidase and except when the elevation is due to a bone damage. The rise in case of bone damage seems however not to take place by more than 10 % of the cases. This enzyme is also useful for the diagnoses of active chronic liver damages.

The determination of the isoenzymes of the alkaline phosphatase seems especially useful in case of an increase of the phosphatase alkaline whilst the 5’nucleotidase and the liver tests are normal. It often gives the possibility to determine whether the increase of the alkaline phosphatase in that case can be ascribed to a bone or to a liver damage. The technical details are important. The electrophoresis on acrylamide and the inactivation by heat seem to be adequate methods.

To the autors it appears that the determination of the GT and of the 5’nucleotidase can find place in the classical liver tests, from one could eliminate other tests such as the Hanger. As far as the determination of the isoenzymes of the alkaline phosphatase is concerned, their application could be reserved for selected cases.

Resume

L’utilité de la détermination de la gamma-glutamyl-transpeptidase (GT), de la 5’nucleotidase et des isozymes de la phosphatase alcaline pour le diagnostic différentiel des affections hépatiques est discutée.

On conclut que la GT est un test utile pour dépister les maladies du foie, du cholédoque ou du pancréas, mais sans que l’on puisse les distinguer entre elles. Une atteinte de ces organes est peu probable si la GT est normale, elle est très probable si le taux dépasse 500 unités. Chez les patients cancéreux anictériques, un niveau normal de cet enzyme suggère l’absence de métastase hépatique. L’activité enzymatique est normale en cas d’atteinte osseuse mais peut s’élever au cours de certains maladies nerveuses et 3 à 4 jours après le début d’un infarctus du myocarde.

Une 5’nucleotidase anormalement élevée accompagnant une phosphatase alcaline élevée suggère fortement la présence d’une lésion hépatobiliaire, sauf si la phosphatase alcaline est fort élevée, ce qui entraine une augmentation “apparente” de la 5’nucleotidase et sauf si l’augmentation est due à une lésion osseuse. Cependant en cas de lésion osseuse l’élévation ne semble se produire que dans 10 % des cas au maximum. Cet enzyme aide au diagnostic des lésions hépatiques chroniques en activité.

La détermination des isozymes de la phosphatase alcaline semble surtout utile s’il y a une augmentation de la phosphatase alcaline alors que la 5’nucleotidase et les tests hépatiques sont normaux. Elle permet souvent de préciser si l’augmentation de la phosphatase alcaline est dué dans ce cas à une lésion osseuse ou hépatique. Il convient de faire attention aux détails techniques. L’électrophorèse sur acrylamide et l’inactivation par chaleur semblent, entre autres, des méthodes adéquates.

Il semble aux auteurs que les déterminations de la GT et de la 5’nucleotidase peuvent trouver leur place dans les tests hépatiques classiques dont on pourrait éliminer certains tests dont notamment le Hanger. Quant à la détermination des isozymes de la phosphatase alcaline leur utilisation doit être réservée à des cas sélectionnés.

Semenvatting

Het nut van de bepaling van de gamma-glutamyl-transpeptidase (GT), van de 5’nucleotidase en van de isoenzymen van de alcalische fosfatase voor de difierentiële diagnose van leveraandoeningen wordt besproken.

Men komt tot het besluit dat de GT een nuttige test is voor de diagnose van lever-, choledocus- of van pancreasaandoeningen, maar zonder dat men deze aandoeningen van elkaar kan onderscheiden. Een aandoening van deze organen is weinig waarschijnlijk indien de GT normaal is, zij is hoogst waarschijnlijk indien de activiteit de 500 eenheden overtreft. Bij kankerpatiënten zonder icterus suggereert een normaal niveau van dit enzyme de afwezigheid van levermetastase. De enzymatische activiteit is normaal bij beenderaandoening maar kan hoog zijn bij sommige zenuwziekten en 3 à 4 dagen na het begin van een hartinfarct.

Een abnormaal hoge 5’nucleotidase die met een hoge alcalische fosfatase gepaard gaat, suggereert ten zeerste de aanwezigheid van een hepatobiliair letsel, behalve indien de alcalische fosfatase zeer hoog is, wat een “schijnbare” toename van de 5’nucleotidase meebrengt en behalve indien de verhoging te wijten is aan een beenderletsel. De stijging in geval van beenderletsel heeft plaats bij maximum 10% van de gevallen. Dit enzyme is ook van nut voor de diagnose van chronische leverletsels in activiteit.

De bepaling van de isoenzymen van de alcalische fosfatase lijkt vooral nuttig indien er een verhoging is van de alcalische fosfatase terwijl de 5’nucleotidase en de levertesten normaal zijn. Zij biedt dikwijls de mogelijkheid te preciseren of de verhoging van de alcalische fosfatase in dat geval te wijten is aan een beender- of leverletsel. Men dient op de technische bijzonderheden te letten. De electroforesis op acrylamide en de inactivatie door de warmte lijken ondermeer adequate methodes.

Het komt de schrijvers voor dat de bepaling van de GT en de 5’nucleotidase hun plaats kunnen vinden in de klassieke levertesten waaruit men bepaalde testen zou kunnen elimineren, waaronder bvb. de Hanger test. Wat de bepaling van de isoenzymen betreft moet hun aanwending voorbehouden blijven tot geselecteerde gevallen.