Rediscovering the social question

† Paper based on public lecture delivered on the occasion of the awarding of an Honorary Doctorate at the University of Ghent, Belgium, 20th March 2014.

Abstract

Neoliberal policies not only privatise formerly public services but also focus one-sidedly on discourses of individual autonomy and responsibility. This makes it difficult to raise ‘the social question’ (the question what constitutes social bonds) publicly since market principles are presented as allowing no alternatives. Social work owes its professional origins however to a shift from early capitalist individualism to policies recognising the need for social reconstruction and cohesion. It was mandated to reconcile the key principles of modernity, personal freedom and equality, although its methodology, often corresponding with social policy regimes, interpreted this mandate variably. Attempts in current social work to adjust to the cancellation of the social question through techniques of ‘activation’ and individualised care further the crisis of the project of modernity which manifests itself in a split between heightened public control measures and privatised concerns for ‘care’, thereby altering its core identity. Reflections on social work's historical position within varying political contexts help to promote a renewed critical examination of the profession's political role and highlight the need to turn interventions at the personal level into occasions that affirm social citizenship, ensure rights and promote social equality.

Neoliberalismus bewirkt zunehmend nicht nur die Privatisierung öffentlicher Dienste, sondern auch eine einseitige Betonung individueller Autonomie und Verantwortung. Damit wird „die soziale Frage“ aus der öffentlichen Diskussion eliminiert und Marktprinzipien gelten zunehmend als alternativlos. Historisch gesehen kam aber professionelle Soziale Arbeit gerade dadurch zustande, dass angesichts der soziale Bindungen zersetzenden Wirkungen des Frühkapitalismus die soziale Frage gestellt werden musste um nicht anomische soziale Zustände zu riskieren. Damit erhielt die Profession das Mandat, die Kernprinzipien des Projekts der Moderne, persönliche Freiheit und ausgleichende Gerechtigkeit zu einander in Beziehung zu setzen, wobei ihre Methodik sich immer mit den unterschiedlichen sozialpolitischen Modellen auseinandersetzte. Anpassungsversuche der Sozialen Arbeit an die fortschreitende Eliminierung der sozialen Frage in der Form von Aktivierungsmethoden und personenzentrierten Veränderungsstrategien verschärfen die Krise des Projekts der Moderne, die sich hauptsächlich in der progressiven Spaltung zwischen verstärkten Kontrollmaßnahmen in öffentlicher Hand und privatisierter Verantwortung für „Helfen“ zeigt. Die Besinnung auf die Rolle der Sozialen Arbeit in unterschiedlichen politischen Kontexten während ihrer Geschichte ermöglicht eine kritische Stellungnahme zu ihrer gegenwärtigen politischen Vereinnahmung. Dies wiederum verändert das Herangehen an personenbezogene Interventionen in die Richtung, dass es dabei um das Praktizieren von bedingungsloser, rechtsverbindlicher und sozial gerechter Inklusion in die Gesellschaft geht.

Een neoliberaal beleid privatiseert niet enkel publieke voorzieningen maar focust ook eenzijdig op een discours van individuele autonomie en verantwoordelijkheid. Dit maakt het moeilijk om de sociale kwestie (de vraag naar sociale verbanden tussen mensen) publiek onder de aandacht te brengen gezien marktprincipes worden voorgesteld alsof er geen alternatieven zijn. Het sociaal werk is echter als professie ontstaan in de beweging van een vroeg kapitalistisch individualisme naar een beleid gericht op het erkennen van de nood aan sociale cohesie. Het mandaat van het sociaal werk was om de kernprincipes van de moderniteit—vrijheid en gelijkheid—te verzoenen, hoewel dit mandaat in relatie tot tot verschillende sociaal beleidsregimes methodologisch vaak variabel werd geïnterpreteerd. Actueel onderneemt het sociaal werk pogingen om zich aan te passen aan het verdwijnen van de vraag naar de sociale kwestie door het benadrukken van technieken van activering en individuele zorg. Deze technieken versterken echter de crisis van het project van de moderniteit die zich manifesteert in de split tussen maatregelen voor verhoogde publieke controle and geprivatiseerde bekommernissen voor zorg en veranderen alsdusdanig de identiteit van het sociaal werk. Nadenken over het sociaal werk haar historische positie binnen varierende politieke contexten kan bijdragen tot een kritisch onderzoek van de professie haar politieke rol. Dit belicht de noodzaak om interventies op het persoonlijke niveau om te turnen tot interventies die sociaal burgerschap versterken, rechten waarborgen en sociale gelijkheid promoten.

Keywords:

• crisis of modernity
• neoliberalism
• social question
• social work history
• activation

Suchbegriffe:

• Krise der Moderne
• Neoliberalismus
• Soziale Frage
• Geschichte der Sozialarbeit
• Aktivierung

Kernwoorden:

• crisis van de moderniteit
• neo-liberalisme
• sociale kwestie
• geschiedenis van het sociaal werk

Disclosure statement

No potential conflict of interest was reported by the author.

Notes on contributors

Walter Lorenz is professor of social work and currently Rector of the Free University of Bozen, Italy. After qualifying in and practising social work in East London he taught social work at University College, Cork/Ireland, latterly as Jean Monnet Professor. As researcher into comparative aspects of European social work and social pedagogy he was recently awarded honorary doctorates by the universities of Ghent/Belgium and Aalborg/Denmark.

Notes

† Paper based on public lecture delivered on the occasion of the awarding of an Honorary Doctorate at the University of Ghent, Belgium, 20th March 2014.