Publication Cover
Bijdragen
International Journal for Philosophy and Theology
Volume 8, 1947 - Issue 2
2
Views
0
CrossRef citations to date
0
Altmetric
Original Articles

HET OFFERKARAKTER VAN DE HEILIGE MIS

Pages 151-171 | Published online: 09 Jan 2013

References

  • De meeste van de historische gegevens, in de voorgaande regels vermeid, zijn ontleend aan Fr. DIEKAMP, Theol. Dogm. Man. (Versio latina door A. M. HOFFMANN O.P.) 1934, IV, p. 133 s; p. 213; p. 219–223.
  • 1934 . Volgens: Fr. DIEKAMP, Theol. Dogm. Man. (versio Latina), IV, p. 236–243.
  • Dit is de uitdrukkelijke meening van S. THOMAS. Zie S. Theol. III, 81, 4 ad 2 en ad 3. In dit laatste antwoord: „si tunc fuisset hoc sacramentum consecratum vel peractum, quando anima erat a corpore realiter separata, non fuisset anima Christi sub hoc sacramento, non propter defectum virtutis verborum, sed propter aliam dispositionem rei.” Cfr. III, 76, 1 ad 1; 76, 2. In het artikel ook dit algemeen beginsel: „quidquid pertinet ad Christum secundum quod in se est, potest attribui ei èt in propria specie èt in sacramento existenti, sicut vivere, dolere, animatum vel inanimatum esse, et caetera hujusmodi; quaecumque vero conveniunt ei per comparationem ad corpora extrinseca, possunt ei attribui in propria specie existenti, non autem prout est in sacramento, sicut irrideri, conspui, crucifigi, flagellari, et caetera hujusmodi.”
  • Casel , Aldus O. 1943 . in zijn boekje Het Christelijke Kultusmysterium, p. 77 noot 1. (Ned vertaling van, door D. ELIGIUS DEKKERS O.S.B, naar de 2e Duitsche uitgave van 1935).
  • 1937 . Nederl. vertaling door Dom. P. VERBERNE, p. 91.
  • Het volgende diene als een voorbeeld van de wijze, waarop O. CASEL zonder scrupules tekstuitleg beoefent. Uit den bekenden tekst van S. THOMAS (S. Theol. Ill, 83, 1): „Celebratio autem hujus sacramenti, sicut supra dictum est, imago quaedam est repraesentativa passionis Christi, quae est vera ejus immolatio. Et ideo celebratio hujus sacramenti dicitur Christi immolatio” vertaalt hij het woord „repraesentativa” als „tegenwoordigstellend” en niet als „voorstellend”. In het beroemde artikel Mysteriengegenwart (Jahrbuch für Liturgiewissenschalt 8 [1928/29] p. 150 ss.) tracht CASEL dit te bewijzen door te beweren, dat S. THOMAS de begrippen „imago” en „repraesentatio” juist eender verstaat als de Vaders, en deze zouden er niet alleen een subjectief „beeld” mee bedoelen, maar een beeld, dat ook objectief bevat, hetgeen het aanduidt (a.c., bijzonder op p. 176 en 181). Bovendien argumenteert hij als volgt (a.c. p. 183): „Dass für Thomas die repraesentatio durch die Messe nicht eine „reine Darstellung' ohne Inhalt und Wirklichkeit ist, ergibt sich ferner klar daraus, dass dann Thomas die Wirklichkeit des Messopfers leugnen musste, was er sicher ebensowenig tat wie bei der realen Präsenz”. Dus S. THOMAS mòet wel den uitleg van CASEL hebben gevolgd, anders kon hij de werkelijkheid van het Misoffer niet gehandhaafd hebben. Op p. 184 (a.c.) zegt hij kortweg zoo: volgens S. THOMAS is de Eucharistie sacrificium „insofern sie die Passion Christi gegenwärtig macht” en ter verduidelijking op p. 186: „Die historisch vergangene Passion wird sakramental gegenwärtig”. In een later artikel Glaube Gnosis und Mysterium (J.L.W. 15 [1935/41] p. 230) reageert CASEL op de tegen hem uitgebrachte kritiek, maar handhaaft praktisch zijn meening. Dat zijn uitleg van S. THOMAS' tekst volkomen onjuist is, blijkt afdoende, als men den samenhang leest. Want S. THOMAS wil in genoemd artikel verklaren, waarom de „celebratio Missae” (zou hier meer bedoeld zijn dan de liturgische viering?) een „immolatio Christi” kan genoemd worden. En als eerste argument voert hij het gezag aan van S. AUGUSTINUS, die zegt: „afbeeldingen (imagines) worden gewoonlijk genoemd met de namen van die dingen, wier afbeeldingen zij zijn; zooals wanneer wij een schilderij of fresco zien en dan zeggen: dat is Cicero, en dit Sallustius”. „Zoo, zegt S. THOMAS, wordt de viering van dit sacrament een offer genoemd, omdat zij een ‚imago repraesentativa’ (dus voorstellende afbeelding) is van Christus' lijden, dat Zijn werkelijke slachtoffering is (vera immolatio tegenover imago dus!)”. Tot slot citeert S. THOMAS als bevestiging een woord van S. AMBROSIUS, die zegt: „offeren wij niet elken dag? ja, maar ter herinnering aan Zijn dood!” Bovendien zegt THOMAS aan het einde van het artikel, dat men van Christus kan zeggen, dat Hij op de eerst-genoemde wijze ook geofferd is in de afbeeldingen (figuris) van het Oude Testament. Maar daarin werd Hij toch zeker niet tegenwoordig gesteld, doch slechts voorgesteld! In de geheele quaestio, waarvan genoemd artikel het eerste is, spreekt S. THOMAS voort-durend van „repraesentatio”, maar altijd is dit woord te vertalen als „voorstelling”, en nergens als „tegenwoordigstelling'. Al met al versterkt deze apert valsche uitleg van S. THOMAS' duidelijke woorden niet het vertrouwen in den uitleg, dien CASEL ons aanbiedt van de veel duisterder teksten der Vaders!
  • 1946 . Ook H. J. H. M. FORTMANN komt in een artikel H. Mis en Kruisoffer (Stud. Cath. 21 [] p. 49–58) tot dezelfde afwijzende houding tegenover STEUR'S meening, ofschoon op andere gronden.
  • Zie pagina 155 en noot 3 van diezelfde pagina.
  • Bij S. THOMAS beteekent de uitdrukking „per modum substantiae” nooit iets anders dan: „eo modo quo substantia continetur a dimensionibus” (S. Theol. III, 76, 5), d.w.z. zooals de zelfstandigheid geheel in het geheel is en geheel in ieder deel. Cfr. III, 76, 1 ad 3; 76, 3 en ad 2; 4 ad 1 en ad 2; 5 en 7. (In dit laatste artikel schijnt THOMAS nog een andere eigenschap van de zelfstandigheid op de zijnswijze van Christus in het Sacrament over te brengen, ni. dat zij voor de zinnen niet waarneembaar is, doch wie de definitie van de „modus substantiae” goed aanziet, begrijpt, dat deze eigenschap uit de andere moet volgen en geen nieuwe is; het aanwezig zijn „geheel in het geheel en geheel in ieder deel” is voor geen zinnen waarneembaar!)
  • We zouden onze tegenwerpingen betreffende STEUR'S meening over Christus' tijdsduur in de Eucharistie als volgt kunnen samenvatten: Christus, zooals Hij in de Eucharistie aanwezig is, is onderworpen aan een tijd of Hij is het niet. Indien iemand zegt, dat Christus niet aan een tijd onderworpen is, dan werpen wij daartegen op, dat alle menschelijke handelingen, dus ook sterven en lijden, in de concrete omstandigheden verkeeren van het „hier en nu”, en dus in den tijd geschieden. Dit is wezenlijk aan iedere niet-geestelijke handeling of passio. Lijden en sterven zijn, of men ze nu „sacra-menteel” opvat of niet, een lichamelijke passio, en als zoodanig onderworpen aan een tijd. Indien Christus dus wel aan een tijd onderworpen moet zijn, dan is dat òfwel Zijn eigen tijd òfwel niet Zijn eigen tijd. Onder Zijn eigen tijd verstaan we den duur, aan welken Hij onderworpen is in den hemel. Indien Christus nu niet onderworpen is aan Zijn eigen duur, zooals Hij in de Eucharistie is, dan moet Hij wel onderworpen zijn aan den tijdsduur der menschen op aarde, ofwel aan den eeuwigen duur der Godheid. Het eerste wordt door STEUR ontkend, omdat Christus „bij wijze van zelfstandigheid” en dus tijdeloos, aanwezig is in het Sacrament, d.i. niet gemeten met onzen tijd (wel via de species, maar niet direct in Zichzelf). Het tweede wordt wel geïnsinueerd door STEUR; maar wij ontkennen het, omdat Christus' Lichaam en Bloed niet den eeuwigen duur van de Godheid kan bezitten. Dan blijft er niets anders over dan aan te nemen, dat Christus in de Eucharistie toch onderworpen is aan Zijn eigen tijd, dus aan den duur, aan welken Hij ook onderworpen is in den hemel (welke die duur ook zijn moge: menschelijke tijd of engelen-duur). Welnu, volgens den duur van den hemel is lijden en sterven van Christus voorbij, verleden; zooals S. PAULUS zegt: „eenmaal gestorven, sterft Christus niet meer”. Maar dan zijn lijden en sterven ook voor Christus voorbij, voor zoover Hij in de Eucharistie aanwezig is.
  • 1928 . Zie hiertoe vooral het artikel: Messe in Diet, de théol. cath. X, I p. 795 ss.
  • De heitige Eucharistie (deel 11 van-de serie Kath. Kerk), p. 91.

Reprints and Corporate Permissions

Please note: Selecting permissions does not provide access to the full text of the article, please see our help page How do I view content?

To request a reprint or corporate permissions for this article, please click on the relevant link below:

Academic Permissions

Please note: Selecting permissions does not provide access to the full text of the article, please see our help page How do I view content?

Obtain permissions instantly via Rightslink by clicking on the button below:

If you are unable to obtain permissions via Rightslink, please complete and submit this Permissions form. For more information, please visit our Permissions help page.