Publication Cover
Bijdragen
International Journal for Philosophy and Theology
Volume 21, 1960 - Issue 1
2
Views
0
CrossRef citations to date
0
Altmetric
Original Articles

OVER DE TWEEDE BIJBELKWESTIE

Über das zweite Bibelproblem

Pages 1-19 | Published online: 02 Jan 2013

References

  • Alt , Zie A. Kleine Schriften zur Geschichte Israels I, blz. 139 vv.
  • Gerhard , VON RAD . 1957 . Theologie des alten Testaments Band I, München blz. 111 v.
  • Handbuch zum alten Testament Voor de literaire opbouw volgden we Martin NOTH: Abt. 7: Das Buch Josua Tübingen 1938. Voor de theologie: het geciteerde boek van VON RAD, blz. 295 vv.
  • o.c., blz. 298.
  • o.c., biz. 126.
  • Hebr. 4: 12.
  • In Joan. 13; 60.
  • En dus onderhevig aan „desolatie” en „consolatie”, inspiratie als men wil. Wat dit aan nadelen (en voordelen?) met zich brengt voor methodisch onderwijs, is aan de vakkatecheet om uit te maken. Dit artikel handelt over het lezen en bemediteren van de Schrift, en daardoor meer over de indirecte dan de directe voorbereiding van lessen. Toch is het katechetisch belang van de kwestie niet gering. Pas wie de Bijbel uit eigen ervaring kent, kan de Bijbel geven. En mag de Bijbel geven. Immers, „baat het niet, het schaadt toch niet”, gaat hier niet op. Ongeïnspireerde lessen kunnen de Bijbel voorgoed tegen maken.
  • Het belangrijkste princiep van deze kunst is wel het ontdekken van gelijke situaties in de Bijbel. Vaak vindt men in een afzonderlijke situatie geen contact met zijn eigen leven. Maar als men in meerdere, telkens iets verschillende ‘omstandigheden’ eenzelfde element voortdurend constant ziet blijven—een goddelijk gebaar, een menselijke nood, een duivelse dreiging—begint men ook in zijn eigen levensvormen dit element te ontdekken, datzelfde gebaar, diezelfde nood, diezelfde dreiging. Pas door in verschillende melodieën hetzelfde rhythme te herkennen, wordt men op het bestaan van een rhythme attent, en op het feit dat het evengoed in mijn leven als in de Schrift bestaat. Ik voel me erbij horen, ik word opgenomen in het Godsvolk. De franse exegese is de laatste jaren ver gevorderd in dit naspeuren van wat zij „thèmes bibliques” noemt. Gevaar van deze naam en van het officieel beschrijven van deze thema's is de mogelijkheid van catalogisering, pasklare verpakking en verstarring. Een goed gebruikt „bijbels thema” moet niet een structuur zijn die men over de Schrift legt, maar de ervaring dat naar aanleiding van één tekst die men wil doorgronden, andere teksten gaan meedoen, gaan oplichten, één voor één, als lampen die aangaan, tot ik zie dat mijn situatie er ook bij hoort. Mijn lamp wordt ook aangestoken aan die tekst. De concrete (en dus éne) tekst én de inventiviteit mogen nooit verloren gaan. Mag men geprefabriceerde bijbelse thema's in de handel brengen, ze baten pas wanneer ze telkens persoonlijk en dus enigszins creatief, waar gemaakt worden in een tekst. Anders schaden ze. Men vangt meestal aan met de grote thema's: uittocht, offer, water etc. Misschien is het wel beter om het eerst te leren met de kleine, en heel kleine: de ezel, de kaakslag, het pad in de wildernis, of die geestelijke assonantie die u alleen vindt, en die daarom alleen u overtuigend overdragen kunt. Bedenken we wel dat „Ie secret d'ennuyer c'est de dire tout”. Het gaat er niet om, zoveel mogelijk teksten te geven. Eer zo weinig mogelijk. Het doel is namelijk: in een oudtestamentische tekst de nieuwe werkelijkheid als vanzelfsprekend te laten oplichten. Dit en geen ander. Bijbelse belezenheid moet zich dan ook slechts tonen in het vinden van de werkdadige teksten, niet in het tentoonspreiden van de vele. Voor een beginnend gehoor, en ook bij een demonstratie van het genre, kan het goed zijn, stapje voor stapje een groei in het O.T. te constateren, en zo de redelijkheid van de methode aan te tonen, maar het echte schouwen begint pas, waar de sprong van de tekst naar zijn leven zo direct mogelijk wordt. Zelfs het tussenstadium van een nieuwtestamentische tekst is geen absoluut vereiste. De proef op de som is steeds het herlezen van de tekst van uitgang. Heeft deze diepte gekregen, leest men haar met andere ogen, dan is het goed. Nog een andere practische wenk kan deze zijn: de achtergrond, van waaruit men werkt, is een persoonlijke kennis van de bijbelboeken. Maar deze moet men zich niet tezeer als een statisch reservoir voorstellen. Het is eer een stromende werkelijkheid. Immers, de parallelteksten die het eerst in de gedachte komen, zijn voor een groot deel die welke men nog onlangs gelezen heeft. De andere zijn al dieper in het geheugen weggezonken. Men moet dus meer vertrouwen hebben in een nederig voortdurend contact met de Schrift, dan in een welgedaan bezitten. Het is als met vriendschap. Het moet altijd weer geschapen worden. Waarmee natuurlijk niet gezegd wil zijn, dat het verleden zonder invloed is!
  • Henri , DE LUBAC . Histoire et Esprit. L'intelligence de l'Ecriture d'après Origene Parijs 1950, biz. 432. Dit boek heeft, samen met de homilieën van ORIGENES (en de exegeselessen op het Canisianum!) de leidende gedachte van dit artikel geïnspireerd.
  • Gen. 13: 14, 15.
  • Pred. 2.
  • Pred. 1: 2.
  • Gen. 12: 3.
  • Deut. 6: 4, 5.
  • Habakuk 3: 17, 18, Dat v. 17 een latere invoeging is, betekent dat het jonger van datum, niet dat het minder geïnspireerd is.
  • Is. 57: 13, 15.
  • Hebr. 11: 9, 10.
  • Hebr. 4: 8, 9.
  • Hebr. 4: 2.
  • Gal. 3: 14.
  • Mat. 13: 44.
  • Jos. 5: 1.
  • Mich. 5: 7, 8.
  • Mich. 4: 3 = Is. 2: 4.
  • Eccl. 36: 2 (vulg.).
  • Deut. 4: 7.
  • B Kor. 3: 18.
  • Luc. 7: 16, opwekking van de jongen van Naïm.
  • Ps. 94: 11.
  • Num. 14: 1.
  • Is. 35: 4.
  • Luc. 12: 32.
  • Gen. 1: 28.
  • Gen. 12.
  • Col. 2: 11, 12.
  • Rom. 2: 29.
  • Gal. 5: 6.
  • Gal. 4: 31.
  • 1 Kor. 10: 1–6.
  • 1 Kor. 10: 13.
  • Hebr. 3: 19, 4: 1.
  • Jos. 5: 11–12.
  • Is. 5: 9 (LXX).
  • Hebr. 1: 6.
  • Wijsh. 18: 14, 15, introïtus vigilie epiphanie.
  • Phil. 2: 9.
  • Hoogl. 1: 15. ORIGENES in cant, cant. liber III, begin. PG 13, 145.

Reprints and Corporate Permissions

Please note: Selecting permissions does not provide access to the full text of the article, please see our help page How do I view content?

To request a reprint or corporate permissions for this article, please click on the relevant link below:

Academic Permissions

Please note: Selecting permissions does not provide access to the full text of the article, please see our help page How do I view content?

Obtain permissions instantly via Rightslink by clicking on the button below:

If you are unable to obtain permissions via Rightslink, please complete and submit this Permissions form. For more information, please visit our Permissions help page.